Mesker therapie richt zich op schrijf-, lateralisatie-, coördinatie-, ruimtelijke, richtings- en andere problemen. Het kan ook ingezet worden voor kinderen waarbij de samenwerking tussen beide handen moeilijk verloopt. Het wordt gebruikt voor het diagnosticeren van een afwijkende lateriliteitsontwikkeling. Vaak ligt de focus van de behandeling op het schrijven.
Wat is lateralisatie?
Lateralisatie is de ontwikkeling van de slurffase naar de symmetrische fase tot éénhandigheid. De éénhandigheid komt tot stand door dominatie van een hersenhelft. Hierdoor is het kind zowel in staat om handelingen met één hand uit te voeren, als bimanuele handelingen waarbij beide handen een andere functie uitvoeren.
Gevolgen van problemen in de ontwikkeling van de lateraliteit:
- omkeringen van letters en cijfers
- niet consequent gebruiken van een voorkeurshand en steunhand
- problemen met de werkrichting, het niet kunnen aanhouden van een volgorde
- problemen in de ruimtelijke oriëntatie
- stoornissen met het uitvoeren van activiteiten (het bewegend lichaamsschema)
- slordigheid, onzekerheid en angst
Mesker therapie speelt in op neurologisch niveau, dat wil zeggen op de samenwerking van beide hersenhelften. Wat zich vervolgens uit in de samenwerking van de handen. Om dit te bewerkstelligen wordt er gebruik gemaakt van verschillende soorten oefeningen, namelijk: bimanuele oefeningen, baloefeningen, werken op de ontwikkeling van de tast en oefeningen op het Meskerbord. Bij Mesker therapie is het van belang om thuis dagelijks te oefenen.