Ergotherapeuten werken in alle terreinen van de zorgverstrekking. Maar binnen Het Puzzelstukje richt de ergotherapeut zich voornamelijk op de volgende doelgroepen:
- vroegbegeleiding van jonge kinderen met mentale en/of fysieke handicaps (aangeboren en/of verworven), waarbij ook de steun naar de ouders toe aan bod komt
- therapie voor kinderen met leerstoornissen
- therapie en begeleiding voor kinderen met zintuiglijke problemen
- aanpassen van materialen en/of omgeving
- vestrekken van advies omtrent keuze van gepast speelgoed
- verstrekken van advies omtrent keuze van gepaste tijdsbesteding
- verstrekken van advies omtrent inrichting van een comfortabele leef- en woonomgeving
- verstrekken van advies omtrent hulpmiddelen voor chronisch aanwezige problemen
Ergotherapie kan op verschillende gebieden inspelen, nl. op de zelfredzaamheid tijdens alledaagse handelingen, op schoolse activiteiten, vrijetijdsbesteding of mobiliteit. Er wordt gewerkt vanuit de visie dat een persoon moet kunnen functioneren in zijn woon-, leef- en werkmilieu. Dit houdt in dat de ergotherapeut het kind een aantal vaardigheden en inzichten kan aanreiken, maar dat de ergotherapeut ook een steun moet zijn bij het maken van de transfer naar het kind zijn concrete situatie toe.
Mogelijke problemen die door een ergotherapeut kunnen opgenomen worden:
- Schrijfproblemen
- Moeilijkheden met sluitingen van kleren
- Het aan- en uittrekken van kledingstukken
- Moeilijkheden met het uitvoeren van een bepaalde handeling
- Het hanteren van speelgoed
- Het hanteren van fijn motorische materialen
- Het hanteren van bestek, eten met mes en vork
- Rijden met een rolstoel
- Problemen met de handfunctie/-motoriek
- Het maken van (functionele) handspalken
- ...
Het doel van ergotherapie is om het kind zo functioneel mogelijk te maken. De ergotherapeut gaat functioneel oefenen op de activiteit waar het probleem zich situeert en vervolgens de aangeleerde handeling proberen te generaliseren naar andere activiteiten. Indien het aanleren van de specifieke handeling toch niet lukt, kan er gekozen worden om het kind een andere strategie aan te leren om een bepaalde activiteit of handeling uit te voeren. Anderzijds kunnen er verschillende aanpassingen uitgeprobeerd worden. Dit omvat aanpassingen van de omgeving, materialen...